maandag 17 april 2017

Een andere aanpak

In het eerste kwartaal van dit jaar heb ik me, tijdens mijn sportieve vrije tijd, vooral bezig gehouden met lopen. Lopen en nog meer lopen...  Hardlopen, joggen, sprinten en tempolopen...
Dit alles tot doel om finaal een snelle 100 kilometer te kunnen knallen.
Het strakke plan bleef rechtop staan gedurende de eerste 4 uur van de wedstrijd, maar naarmate de tijd verstreek liep de jus uit mijn benen en mijn volledige lijf.
Gevolg was dat de loopbeweging onderbroken werd door wandelsessies en dit verschijnsel komt de eind chrono echter niet ten goede.

Een getekend lichaam kwam over de meet met honderd loop/wandel-kilometers in 7 uur en 55 luttele minuten.
Mijn strakke plan en ego hadden dus een flinke deuk gekregen pakweg halfweg koers.
Fysiek en mentaal diende ik eventjes van deze opdoffer te bekomen.
Nadien volgde al snel een zelfevaluatie en zag ik in waar het fout is gegaan.
Mijn grote fout was blijkbaar dat ik teveel zeer lange tempo duurlopen had gelopen en te weinig tijd maakte voor het tragere werk.  Daardoor viel mijn lichaam uit na een dikke 4 uur.



Met de lente en de zomer in het verschiet besloot ik om eens een andere aanpak te proberen.
Tijdens een 'eureka-moment' tussen pils en tripel besloot ik om mijn loopschoenen wat meer te laten rusten.
Ik bezocht de lokale fitness en besloot om tussen de gorilla's te gaan trainen.  Niet met het doel om mijn biceps dezelfde omvang te doen krijgen als mijn dikke bilspieren.  Nee, het doel van mijn 2-wekelijkse bezoeken aan de gymschool was om mijn lijf terug zo snel mogelijk een berg over te krijgen en uiteraard op het tempo van een steenbok of een bergmarmot de berg af te dalen.
Met deze aanpak hoop ik ook om misschien wat frisser rond te huppelen.
De mix van mijn onregelmatig leven en een 'wannabe-topsporter' zijn leiden er soms toe dat ik me voel als een uitgewrongen dweil.


Volgende weekend treed ik terug aan tijdens de hoogmis van het nationale trailgebeuren: 'La Bouillonnante'.
In Bouillon heeft men besloten om de wedstrijd te reduceren tot een pittige 50 kilometer (iets waarvoor ik hen dankbaar ben).
50 kilometers zullen meer dan genoeg zijn om het testosterongehalte eventjes lam te leggen.
Mijn doel rond het fort van die ene Godfried is om de klus te klaren in een uurtje of 5.
Voor de snelle baanloper klinkt dit wellicht meer dan belachelijk, een gemiddelde van om en bij de 10 km/u, maar de kenners onder ons weten dat dit waarschijnlijk geen kattenpis zal zijn.


Drie weken daarna hoop ik om de Transvulcania tot een goed eind te brengen.
Deze wedstrijd is terug een afspraak met de Goden van deze planeet.
Een slordige 70-tal  kilometers en een 4000-tal hoogtemeters zouden de hoofdingrediënten moeten vormen voor dolle pret op het vulkanische eiland La Palma .
Volgens mij is het niet de afstand en de hoogtemeters die de grote moeilijkheid zullen vormen van deze wedstrijd, maar de temperatuur verschillen van start en finish, de wisselende ondergrond, vulkanisch los zand en de rotsen.
Daar heb als enige doel om me volledig te focussen op de magie van het eiland.
De rest komt wel vanzelf.


1 opmerking: