woensdag 26 juni 2019

sterven en toch doorgaan

Zaterdag 22/06/2019 05:00 A.M.  ik sta ergens in de Franse Ardennen in een gehucht Les Hautes-Rivières genaamd.  Samen met nog een 500-tal andere ego's zijn we er klaar voor.  Men telt af van 10 tot start en hop weg zijn we.

Het is sterker dan mezelf maar ik zoek de kopgroep op.  In het verleden kon ik soms de koers bepalen voorin, dus wie niet waagt, blijft ...  Vrijwel snel lopen we afgescheiden met een 4-tal voorop.  Maar het duurt niet lang vooraleer ik nu reeds moet vaststellen dat "zij"-lees de anderen- te snel lopen.  En ikzelf niet mer mee kan.   Al snel loop ik op een 4de plaats, solo.  Helaas solo zal zowaar de "rode draad" van het verhaal worden.  Dit gecombineerd met pijn, uitputting en lusteloosheid, allemaal leuke dingen en dit op een zonnige zaterdag.

Na een kilometer of 15 solo doorheen de up's en down's van de Franse Ardennen kreeg ik plots gezelschap van een omvangrijke groep.  Ik wist honderden redenen te bedenken om aan te sluiten in deze mooie groep, bijvoorbeeld babbelen en me laten meevoeren in de flow van de groep.  Maar het systeem zei "neen".  Hoe graag en hoe hard ik probeerde om aan te sluiten protesteerde het lijf.  Ik probeerde mijn tempo lichtjes op te voeren, maar de benen blokkeerden.

Godverdju!!  Nu al in de problemen en de koers is zowaar pas op gang geschoten.

Paniek? Nope, eerder een gelatenheid.  De groep verdween en in plaats van de controle te behouden kwamen steeds meer en meer lopers bij, en over me heen.

Tussen kilometer 20 en 30 dacht ik dat ik dit liedje nooit zou uitzingen tot aan de meet.  Het tempo viel volledig uit mijn pas en het lopen maakte plaats voor slenteren.  Helaas werd mijn dalend snelheid logischerwijs gevolgd door een verhoogd aantal medelopers die me desolaat alleen, solo achterlieten.  Ik was weerloos loslopend wild.

Gelukkig was mijn grote afleiding "eten".  Het reglement voorzag dat de bevoorrading enkel voorzien was van drinkwater.  Dus moest iedereen zichzelf voorzien van de nodige suikers en zouten.  Wat op zich tamelijk uniek is.  En dus stoer.  Aangezien mijn ogen vaak groter zijn dan mijn maag, had ik aardig wat gels, repen, bars, snoepjes, koeken, vruchtenpuree en jawel zelf worstjes mee.  De hoeveelheid voedsel had een gigantisch aandeel aan gewicht in mijn pack, dus eten had meerdere voordelen, ik werd voorzien van brandstof, het zorgde voor wat verstrooiing en ik liep steeds lichter en lichter.

Na dik 40 kilometers hobbelen had ik het in de smiezen dat het reeds lange tijd was geleden dat ik werd voorbij gesnord door een medeloper.  Meer zelf ik begon terug wat terrein goed te maken op diegenen die enkele uren voordien van me weg liepen.

Aan een bepaalde bevoorrading merkte ik plots een gekend gezicht op, Lander Debrabandere.  Ik besloot om even te wachten en het vervolg van de wedstrijd samen met hem zij aan zij uit te zingen.  Het feit dat ik terug in goed gezelschap liep zorgde ervoor dat de kilometers begonnen weg te tikken zonder dat mijn geest en mijn lijf er zich te vollen van bewust waren.  Laat dit nu het ideale recept zijn om te ultra lopen, kilometers die onder de voeten rollen zonder dat je er besef van hebt. Het feit dat we toen snelle platte kilometers voorgeschoteld kregen speelde in mijn voordeel.  Lander besloot om het tempo te drukken en besloot om het tempo wat lichtjes op te drijven.

Ik koos dus om terug solo te gaan, ik klikte de brommer lichtjes aan en wonderwel slaagde ik erin om gecontroleerd het tempo met een fractie te verhogen.  Aangezien dit reeds net over halfweg was +50 kilometers resulteerde in een opwaartse beweging in het klassement.
Ongeveer ter hoogte van kilometer 65 op een checkpoint wist een official mij te vertellen dat ik er volledig belabberd eruit zag en dat ik op een top-15 plaats liep.  Het nieuwtje dat ik top 15 liep was aardig en was welgekomen.  Maar om nu te zeggen dat ik er volledig uitgekookt uitzag, daar had ik toen geen bericht aan.  Net nu op het moment dat ik van mezelf vond dat ik mijn 27ste adem terug had gevonden en niet onbelangrijk het bleek dat die adem toch even overeind bleef.

Ik verliet de post met het idee dat iedereen er wat belabberd zou moeten uitzien.  En uit het verleden wist ik dat ik mijn lijf kan blijven motiveren om doorstomen onder moeilijke omstandigheden.  Niet supersonisch snel, maar blijven voortbewegen op het ritme van een gewonde soldaat.

Raar, maar waar ik bleef  lopers inhalen.  Ik was uiteindelijk niet de enige die niet zijn dagje had. Dit gegeven zorgde ervoor dat ik terug wat scherper liep.  Ik likte mijn wonden en het vuur werd terug wat aangewakkerd en ik besloot om op bepaalde stukken te blijven lopen, daar waar ik wist waar anderen zouden wandelen.  Al snel werd die ingesteldheid beloond en plots had ik uitzicht op een 10de plaats.

Voorlaatste checkpoint.  Dezelfde official wist me te vertellen dat ik op een 7de plaats liep en dat ik aan een zeer sterk maneuver bezig was.  Met nog een kilometer of 15 te gaan en een 3-tal hellingen  was de meet binnen handbereik.  Ik raapte al mijn moed samen en besloot om nog een jacht te organiseren op een top 5 plaats.  Want aan het checkpoint vertelde men mij dat de er een duo een 10-tal minuten voorsprong had op mij en dat ze ook aardig bien cuit waren.  Voorin bleek het een slagveld te zijn.
Maar helaas slaagde ik er niet in om nog volk terug te pakken.
Uiteindelijk kwam ik kapot over de meet in 14u52' en een 9de plaats dus toch geen 7de plaats??

Finaal was ik super tevreden dat ik met een minimum aan loopkilometers deze ultra trail kon beëindigen.  De chrono was uiteindelijk niets om fier op te zijn.  Maar het feit dat ik mentaal niet voor de bijl ben gegaan is iets waar ik voor mezelf trots op ben .  OK geen podium, geen winst in een klassement, maar wel winst tegen mijn zwakke zelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten